Je hebt je opleiding met goed gevolg afgerond en krijg een certificaat als je voldoet aan de volgende criteria:
Je bent minimaal 11 van de 12 bijeenkomsten aanwezig.
Je neemt actief deel aan de lesdagen en de intervisiegroepen. Dat wil zeggen dat je meedoet aan oefeningen/rollenspelen en openstaat voor feedback.
Je begeleidt in het opleidingsjaar minimaal 4 mensen bij rouw (tijdens je werk of als vrijwilliger)
Je bestudeert de literatuur en maakt de huiswerkopdrachten. Deze opdrachten moeten met een voldoende worden beoordeeld. Voor elke opdracht krijg je één herkansing.
Je schrijft (tussentijdse) evaluaties. In deze evaluaties maak je zichtbaar wat jouw leerproces is.
Je schrijft een eindevaluatie. Hierin verbind je het geleerde concreet en procesmatig. Je integreert de theorie en lesdagen met jouw praktijk.
Je neemt minimaal 5 keer deel aan intervisie.
Je voert een individueel eindgesprek met de hoofddocent. In dit gesprek staan jouw leerproces van dit jaar en jouw visie als startend rouwbegeleider centraal.
Je verzorgt in het slotweekend een presentatie van je leerproces. Deze presentatie
duurt minimaal 10 en maximaal 15 minuten.